Dreigend galmt de hoorn over de velden in het nachtelijk uur Woedend raast het bloed door onze aderen in de schildenmuur Vuur brandt in de harten Zonen en dochters van de woedende god Geen angst om te sterven Alvaders wil bepaalt ons lot Geen vijand ontkomt de vurige toorn Die de drift van onze krijgers voedt De ziedende saks raakt hen diep in het hart En koelt zich in hun kokend bloed Vuur brandt in de harten Zonen en dochters van de woedende god Geen angst om te sterven Alvaders wil bepaalt ons lot Brullend en briesend storten wij ons in de strijd Woedend, van angst en pijn bevrijd De vijand die beeft, het bloed stolt in hun aderen Woedend, zien zij ons naderen Speren breken, schilden splijten Schenk mij uw woede, Alvaders kracht Dat mijn vijand zal bezwijken En ik in uw hallen feesten mag Rijdend naar de hallen Zonen en dochters van de woedende god Al strijden gestorven Heldendicht verhaalt ons lot Walkuren halen hen die vielen in de strijd Woedend, van angst en pijn bevrijd Ochtendrood gedrenkt in bloed Woedend, verhalend van heldenmoed