En ze keek naar het landschap, de glooiende velden.
 Het is altijd weer zo mooi, zei je zelf en ze draaide zich om. 

 Ze vroeg of ik nog contract met hem had, en hoe het met hem was, waar hij woonde, waar hij was gebleven.
 Gaat oude liefde ooit voorbij, gaat oude liefde ooit voorbij, ooit voorbij.

 En ergens ver weg, achter de heuvels.
 Breekt er brand uit, rook rijkt tot aan de hemel. 
 Dit was een verlaten streek, geen mens te bekennen, en ze keek naar het landschap, glooiende velden.

 Gaat oude liefde ooit voorbij, gaat oude liefde ooit, voorbij ooit voorbij 

 Gaat oude liefde ooit voorbij, ooit voorbij.