De dag komt, liefste, de dag De zon door de gordijnen Dromen die verdwijnen Ik weet dat je niet blijven mag Word wakker, liefste, 't is licht Je haren op het kussen Je mond en daartussen De schaduwen op je gezicht Tot morgen, liefste, misschien Nu zachtjes naar beneden Niet kraken met de treden Mijn hospes mag jou niet zien Want hij en alle anderen, liefste Proberen telkens weer Om ons te veranderen Liefst in een dame en een heer Die altijd netjes blijven, liefste En nooit gevaarlijk doen Zich nooit door hartstocht laten drijven Liefste, behalve soms een zoen Toch gaan we, liefste, onze gang Als ik kan, dan trouw ik Met je want dat wou ik Dat weet je toch al sinds zo lang Ook zonder dat, liefste, ook dan Kan ik van je houden Zonder je te trouwen Ben jij mijn vrouw en ik je man De liefde, liefste, is sterk Sterker dan de mensen Die alles netjes wensen Met door de week de zaak en zondags kerk Ik doe de ramen open, liefste De straat is leeg en stil Ik zie je buiten lopen, liefste Ons bed is leeg en kil Nu je weg bent, zal ik dromen Liefste, van wat ik moest en zou Tot je terug zal komen, liefste Droom ik alleen van jou