Een vrouw met bloemen zoals jij Je ogen stonden angstig en niet dichtbij Ik stond te dringen Ik stond op springen en hij zei in het Italiaans tegen mij: Amore io ti amo tanto stai con me En ik zei: En doe die koffieshop maar dicht Want één keer komt aan het licht dat je al die tijd bij mij bent blijven slapen Espresson cappucino, caffe con panna Caffe con panna italiana caffe con panna con amore Hoe zullen we het noemen, wat denk jij Want jij denkt soms: het wordt een zij Jij staat op springen, hij staat op springen En jij denkt maar steeds: het wordt een zij (refrein) Hoe zullen we haar noemen, wat denk jij Want opeens denk je: het wordt een hij Je staat op springen, ze staat te dringen en denkt weer: het wordt een hij (refrein) En ik zei En doe 't apparaat maar uit Want het geeft geen ene fluit want de wereld zal zich eens aan ons verbazen (refrein) Hoe zullen we ze noemen, wat denk jij Want misschien komt er nog eentje bij Ze staan op springen, ze staan te dringen en ik hoor er nauwelijks meer bij (refrein)