Toen Lucas negen jaar werd Vroeg hij aan z'n ouders: 'Waarom ben ik geboren zoals ik ben?' Vader verslikte zich in z'n koffie, moeder stopte met het lezen van haar boek 'Luister Lucas', zei zij Papa en mama gingen 'ns naar een grote tuin vol bloemen Alle soorten groeiden daar, teveel om op te noemen Bloesems van de schoonheid, viooltjes voor de trouw Koninklijke anjers, de roos van: 'ik hou van jou!' Plots zagen we een bloempje, helemaal achter in de hoek We zochten op hoe het heette, maar het stond in geen enkel boek Het groeide tussen de stenen, naast een grote houten ton Zo kreeg het weinig water en zag ook nauwelijks zon 'En toen?', vroeg Lucas 'Weten jullie het wel zeker?', vroegen mannen bij de poort Deze bloem vraagt heel veel aandacht, het is een kwetsbaar soort Maar we wisten het echt zeker, deze bloem die wilden wij Wij zullen heel goed voor hem zorgen en Lucas die bloem… … dat ben jij Lucas