Dikkertje dap klom op de trap 's morgens vroeg om kwart over zeven om de giraf een klontje te geven Dag giraf zei dikkertje dap weet je wat ik heb gekregen rode laarsjes voor de regen 't is toch niet waar zei de giraf dikkertje dikkertje dikkertje dikkertje ik sta paf Oh giraf zei dikkertje dap ik moet je nog veel meer vertellen ik kan al drie letters spellen abc is dat niet knap ik kan ook al bijna rekenen ik kan mooie poppetjes tekenen Lieve deugd zei de giraf kerel kerel kerel kerel ik sta paf Zeg giraf zei dikkertje dap mag ik niet eens even bij je stiekem van je nek afglije zomaar eventjes voor de grap denk je dat de grond van artis als ik neerkom heel erg hard is Stap maar op zei de giraf stap maar op en glij maar af Dikkertje dap klom van de trap met een griezelige grote stap op de nek van de giraf zette dikkertje dap zich af roetsj, daar gleed hij met een vaart tot aan het kwastje van de staart boem, auw Dag giraf zei dikkertje dap morgen kom ik toch weer hier met de trap