Telkens als de avond valt Ogen dicht en vuisten gebald Altijd als de schemering komt Lijkt het of ik zomaar verstom Want ergens tussen licht en donker Zijn we diep gezonken Er ligt liefde op de bodem van de oceaan Ik kan nooit meer slapen Want ik moet het halen Ik moet heel diep duiken voor de zon weer ondergaat 'T Was maandag en de hemel was paars 'T Speelde met de kleur van je haar Bizar hoe snel de schemering went Ik had je daar zowat niet herkend Want ergens tussen haat en liefde Zit iets explosiefs, en Je kan niet voor altijd doen alsof het niet bestaat Ik wil ons niet verlaten Dus we moeten praten Tussen licht en donker, net voordat hij ondergaat Straks in de schemering komt het beslissende moment (Straks in de schemering komt het beslissende moment) En ik weet niet waarom Moeten we samen zijn? Ik denk wellicht (Straks in de schemering komt het beslissende moment) In donker en licht, donker en licht, donker en licht Straks in de schemering komt het beslissende moment (In donker en licht, donker en licht, donker en licht) En ik weet niet waarom (Schemering komt) Moeten we samen zijn? Ik denk wellicht (Komt het beslissende moment) (Moeten we samen zijn, ik weet niet waarom) In donker en licht, donker en licht, donker en licht (Moeten we samen zijn, ik weet niet waarom) (Donker en licht, donker en licht, donker en licht) Moeten we samen zijn, ik denk wellicht In donker en licht, donker en licht, donker en–